Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Maar Jeftha zeide tot de oudsten van Gilead: Hebt gijlieden mij niet gehaat, en mij uit mijn vaders huis verstoten? waarom zijt gij dan nu tot mij gekomen, [14]terwijl gij in benauwdheid zijt? 14. Hebreeuws, terwijl ulieden angst, of benauwdheid is.